Amsterdam Chess Open

Het weekend van 27-28-29 oktober was het Amsterdam Chess Open in (je raadt het niet) Amsterdam. 3 dagen lang, vanaf vrijdagochtend 2 partijen per dag spelen is altijd wel iets waar ik naar uitkijk. Deze keer had ik zelfs een paar vrienden die nog geen FIDE-rating hebben opgetrommeld om mee te doen, die zich in de D-groep (1450 en lager) inschreven. Zij hebben niet onverdienstelijk gespeeld (4, 3,5 en 3 punten behaald), en het belangrijkste, ze zijn niet gedemoraliseerd over hun schaaktoekomst naar huis afgedropen. Ze vonden het zelfs zo leuk dat ze mij bij een volgend toernooi (zolang het binnen de Benelux blijft) ook braaf zullen volgen.

Ikzelf had me in de B-groep (1700 tot 2050) ingeschreven, net zoals Leon – de Hakker- de Vries. Na een slechte nachtrust gehad te hebben (ik sliep bij mijn vrienden in hun appartement in Utrecht, waar ik zonder kussen op een luchtbed lag) begon ik vrijdagochtend om 11:30 vol goede moed aan mijn eerste partij. Mijn tegenstander had geen FIDE-rating, en dus ook 0 games online staan, dus mijn voorbereiding was non-existent.  Ik kwam met zwart terecht in een Smith-Morra Gambiet, dat ik onwetend accepteerde. Ik kwam niet echt lekker uit de opening, maar na ongeveer 15 zetten stond ik toch best aardig.


Dus niet de beste start van het toernooi. Misschien toch wat koffie moeten drinken die ochtend.

Na met Thuisbezorgd een pizza te hebben bezorgd op het terrein, begonnen we aan de tweede partij. Toen ik zag dat ik tegen een 13-jarige jongen moest spelen die niet alleen maar 1560 had en zich dus met volle moed in een hogere groep had ingeschreven, maar ook nog een geluiddempende koptelefoon op had, moest ik toch wel even schrikken. Gelukkig moest ik tijdens de partij eigenlijk nooit schrikken. Hierin kwam ik met wit in een Grünfeld terecht (gaap). Ik stond de hele partij een tikkeltje beter, tot ik door een kleine onnauwkeurigheid het naar 0 liet glippen. Uiteindelijk mondde het uit in een vrij droge remise. Ik was er na afloop niet ontevreden over, aangezien de engine aangaf dat we beiden rond de 95 nauwkeurigheid hadden en een horizontale lijn schetste van het partijverloop. Al met al geen beste eerste dag.


Toch begon ik met het hoofd omhoog weer aan de derde partij, na een stuk betere nachtrust. De avond ervoor was een huisgenoot naar huis gegaan, waardoor ik daadwerkelijk een kussen had om op te slapen, heerlijk. Ook hadden ze me een deken gegeven deze keer! Wat aardig van ze. De derde pot was een stuk flitsender dan de vorige, omdat na op zet 12 tegenovergestelde rokades te hebben gespeeld, mijn opponent onmiddellijk besloot om te gaan aanvallen met 13. g4. Ik besloot hierop om te luisteren naar mijn innerlijke Sander Bachaus (ook wel het duiveltje op mijn schouder genaamd): als je tegenstander iets dreigt, moet je meer dreigen. Niet te verwisselen met de quote van Johan Cruijff: de aanval is de beste verdediging, al is die ook toepasselijk op deze pot. Van verdedigen moest ik namelijk niets hebben.


Op zet 37 was het klaar, mijn eerste winst was binnen. Hoezee. 0-1.


Na een tosti (niet zo lekker als die van Café Keulen) en wat broodnodige koffie begon partij 4. Mijn tegenstander, ook al had hij 1812 FIDE, had blijkbaar nog nooit de Queens gambit op het bord gehad. Hij besteedde al een kwartier aan de eerste 5 zetten. Uiteindelijk werd het een vrij comfortabele partij, aangezien mijn tegenstander besloot om zijn b-paard pas op zet 20 te ontwikkelen. Hierdoor kon ik beginnen met mijn favoriete bezigheid: stukken naar voren smijten.


Hierdoor duurde de partij nog een uurtje langer dan gepland, maar de tweede winst was toch veiliggesteld. 1-0. Na deze dag kon ik tevreden naar huis, en de laatste nacht gerust ingaan.

De volgende ochtend was ik extra uitgerust (door de klok, die verzet was die nacht), maar toch zat ik om 10 uur met een bekertje koffie weer aan mijn bord voor ronde 5. Hierin kwam ik met zwart in een vrij normale Siciliaanse partij terecht (eindelijk), waarin ik na de opening een tikkeltje beter stond. Mijn tegenstander besloot hierna om Tiesiaans tegen mij te gaan spelen, dat wil zeggen: een aanval hallucineren. Want 12.Pg5? brengt eigenlijk geen enkele dreiging met zich mee. Toen de partij was afgelopen verklaarde hij deze zet met “misschien komt er wel een aanval op de lange termijn”. Helaas voor hem kwam deze er maar niet van. Ik kon zelf rustig voortbouwen op de damesvleugel en enige aanvalskansjes voor hem op de koningsvleugel konden ook rustig gepareerd worden. Rond zet 25 kom ik zo mooi te staan dat er voor wit niet heel veel meer op zit dan een beetje heen en weer schuiven en zijn lot accepteren. 0-1. Op consistentie-gebied misschien wel mijn beste partij ooit, want de engine bekroonde me zelfs met een nauwkeurigheid van 98,3. Niet verkeerd.


Voor het aanbreken van de laatste partij attendeerde Leon me erop dat wij tot dusver hetzelfde toernooiverloop hadden: 0-1/2-1-1-1. Ik dacht hier bij mezelf: het zal me toch niet gebeuren dat ik op dezelfde plek eindig als de hakker? En zo geschiedde. Ik kwam met wit wederom in een Grunfeld. Gelukkig besloot mijn tegenstander om het meteen wat leuker te maken met de Da5-variant op zet 8. Na een paar kleine onnauwkeurigheden aan beide kanten stond het toch heel comfortabel voor wit.


Hiermee sloot ik het toernooi af met 4,5 uit 6, toch een mooie prestatie. Hiermee werd ik zelfs nog 7de in de B, genoeg voor een klein prijsje. Na ongemakkelijk op het podium te hebben gestaan kon ik samen met mijn vrienden weer naar Limburg afreizen. Op naar de volgende!

meer artikels