Het in potentie unieke record van negen (!) overwinningen op rij in een volledig kalenderjaar kwam vlak voor het kerstreces krakend tot stilstand. Het was sowieso een ongelukkige laatste middag in zaal Keulen, want al onze teams, van Meesterklasse tot vierde klasse, met uitzondering van ZL3, beten in het stof.
De nederlaag van ZL 4 was de kleinst mogelijke – 3½ tegen 4½ – maar niet geflatteerd. Door verhinderingen moest er tussen de teams worden geschoven en met onze uitstekende vervanger Ger Schaffhausen was er geen sprake van een verzwakt team. Het liep net niet lekker. Aan vrijwel alle borden was sprake van gecompliceerde verwikkelingen en een op en neer gaande strijd. Uiteindelijk vielen de kwartjes net iets te vaak in de richting van Helmond. Interessant detail – vooral voor complotdenkers- was de opvallende populariteit van de Franse pionnenstructuur. Deze verscheen maar liefst zes keer op het bord en het had zeven keer kunnen zijn, want in mijn partij ging het 1.d4 e6, maar ik speel niet tegen mijn eigen lijfverdediging, dus 2.c4 is mijn no brainer. De Franse dominantie moest een omen zijn voor de negendaagse veldtocht van ZL4, want ook de grote Napoleon vond uiteindelijk zijn Waterloo.
Aan bord 7 werd reeds na 11 zetten door onze invaller Ger de vrede getekend. Voor de complotliefhebbers: Napoleon sloot een vredesverdrag met tsaar Alexander en werd enige tijd later volledig gedemoraliseerd door de Russische onverschrokkenheid.
Paul aan bord 1 construeerde met zijn tegenstander een merkwaardige “Abart” van de klassieke Sämisch-variant van het Konings-Indisch. De witte dame drong Paul’s stelling binnen, niet zonder risico en het leek er lang op dat Paul hier munt uit kon slaan. Zoals vaak na ingewikkelde schermutselingen besliste een tactische wending de partij, niet door Paul opgemerkt en perfect uitgevoerd door zijn tegenstander.
Sander aan bord 2 had lang het iets betere spel, maar verloor door een ongelukkige manoeuvre een pion. Dit ontwikkelde zich van kwaad tot erger, mede doordat het eindspel het karakter kreeg van paard tegen slechte loper.
Jan speelde op bord 3 met de Franse isolani op d5. Dat deed hij aanvankelijk goed, tot pion d5 zonder compensatie verloren ging. Een poging om de boel nog recht te trekken resulteerde in verder materiaalverlies en het pleit was beslecht. Begrijpelijkerwijs was Jan zeer ontevreden over zijn spel in deze partij.
Guus speelde aan bord 4 een partij met tegengestelde rochades en (dus) wederzijdse flankaanval. Zijn tegenstander leek wat eerder te arriveren en kon op zeker moment een kansrijk offer brengen. Hij liet dit voorbijgaan waarna de stelling in dynamisch evenwicht verkeerde. De tegenaanval door Guus was echter lastig voor zijn tegenstander en na een misgreep kon Guus beslissend toeslaan.
Ook bij Leon aan bord 5 ontstond een strijd met tegengestelde rochades die hem aanvankelijk steeds beter spel opleverde. Na een onnauwkeurigheid kantelde de partij en moet Leon de nederlaag gevreesd hebben. Met de voor hem kenmerkende creativiteit wist hij een vreselijke counter in de stelling te weven waardoor zijn tegenstander zich grandioos liet schwindelen.
Barry, met wit aan bord 6, speelde de opening wat onachtzaam en liet zich een stelling opdringen met ruimtelijk overwicht voor zwart en voortdurende aanvalsobjecten in het witte kamp. Het lukte Barry niet zich hieronder uit te spelen en, zoals vaak bij een moeizame verdediging, komt op zeker moment de crash. Deze keer in de vorm van kwaliteits- en pionverlies, waarna Barry het terecht voor gezien hield.
Afgezien van de remise bij Ger was er deze middag eigenlijk maar één overzichtelijke partij en dat was de mijne. Na een vroegtijdig Pe4 in de Hollandse verdediging kon ik, na ruil, d5 afdwingen en direct vervolgen met f3 om het zwarte centrum te bevragen. In dit gevecht om het centrum overspeelde zwart zijn hand en verloor pion d5. Ik stond toen voor de keuze een tweede pion te winnen ten koste van enige complicaties en zwart tegenspel. Het alternatief was afwikkelen naar een toreneindspel met een extra pion, mijn keuze. Dit werd voor zwart een lange en taaie verdediging en uiteindelijk ontstond het thematische eindspel K+T+pion tegen K+T met de verdedigende koning afgesneden van het promotieveld. Zo betaalde mijn studie (enkele jaren geleden) van dit eindspel zich uit. Ondanks de beperkte bedenktijd was de winst verzekerd.
Zuid Limburg 4 | Rating | – | HSC Helmond 1 | Rating | Ronde 5 |
---|---|---|---|---|---|
Stuemer, P. (Paul) | 2073 | – | Dekker, B.W. (Bart) | 2149 | 0 – 1 |
Bachaus, S. (Sander) | 1978 | – | Venis, R. (Ruben) | 2150 | 0 – 1 |
Fober, J.H.G. (Jan) | 1912 | – | Kazarjan, G. (Gachatur) | 2088 | 0 – 1 |
Akker van den, G.G.H. (Guus) | 1887 | – | Faber, H.K. (Hugo) | 1956 | 1 – 0 |
Vries de, L.J.A. (Leon) | 1952 | – | Kerkhof van de, G. (Gerard) | 2046 | 1 – 0 |
Braeken, B.H.J. (Barry) | 1963 | – | Wuijts, J.M.C. (Johan) | 1995 | 0 – 1 |
Schaffhausen, G. (Ger) | 1932 | – | Asseldonk van, P. (Paul) | 1894 | ½ – ½ |
Seip, R. (Rien) | 1878 | – | Blijlevens, W.J.H. (Pim) | 1892 | 1 – 0 |
Gemiddelde Rating: | 1947 | – | Gemiddelde Rating: | 2021 | 3½-4½ |