Omdat Robert Horbach – die in de eerste ronde geholpen had om het team van Schaesberg te verslaan – wegens ziekte niet kon spelen, hadden wij (Bert Bomhoff, Frans Lipperts en ondergetekende) een invaller nodig voor de wedstrijd tegen EWS in Weert, op maandagavond 29 april 2024. Dat werd Max Alvarez, een beetje ons geheime wapen.
Max speelde tegen Kees Moolenaar een hele degelijke partij, waarin hij nergens in de moeilijkheden kwam, maar ook geen doorslaggevend voordeel kreeg. Het werd een eindspel waarin zijn tegenstander, ik dacht wel tot drie keer toe remise aanbood. Maar Max bleef stoïcijns doorspelen, had het beter gezien: In zijn eigen woorden: “De partij begon met een Philidor verdediging. In het middenspel kon ik de koningin winnen voor een toren en loper maar had dat gemist. Daarna gingen we een eindspel in met 3v3 aan beide kanten wit had een loper en zwart een paard. Hij liet mij de loper voor het paard ruilen waardoor zijn koning nog passiever werd en ik had een hele actieve koning op d4 terwijl zijn koning op d7 stond. Vervolgens liet hij mij de koningszijde bevriezen met h5! Uiteindelijk kwam hij in zetdwang waardoor ik een doorgebroken pion kreeg en won: 1-0!”
Bert Bomhoff, leek tegen Harm Janssen met zwart de zaken naar zijn hand te zetten. Even schrok ik van een complexe stand in het middenspel, maar ook kwam goed. Het verhaal van Bert B: “Met zwart speel ik tegen e4 graag Aljechin (Pf6), vooral omdat dat voor veel spelers een relatief onbekende opening is. De bedoeling is dat wit dan doorschuift met e5, waarna het paard van zwart zich via d5 op b6 nestelt en dan gezelschap krijgt van het tweede paard op c6. Samen bestoken de paarden vervolgens de flanken van het centrum van wit.
Mijn tegenstander had daar kennelijk geen zin in en speelde nogal afwachtend d3. Nou, dan maar kijken of ik in de Frans opening terecht kan komen, die speel ik ook graag, dus d5. En ja, daar ging mijn tegenstander wel op in, e5, Pd7, d4 en e6. Zo, nu gaan we beginnen! Maar dat dacht mijn tegenstander ook, kennelijk kende hij deze opening, want het ging volkomen gelijk op. Ja, er was nog een fase waarin beide damevleugels volledig kaal geplukt waren en mijn tegenstander met veel materieel ogenschijnlijk over mijn verdediging heen leek te walsen, maar dat was inderdaad schijn, want even later was er van alles afgeruild en stond ik prima. Een remise-aanbod wees ik dus af, maar toch bleek die goede stand niet voldoende voor de winst. Na nog een half uur doormodderen zijn we toch maar remise overeen gekomen, ook omdat Max inmiddels had gewonnen en wij er met 1½ met nog 2 partijen te gaan, goed voor kwamen te staan.”
Zelf had ik wit aan bord 1 tegen Rainier Matzinger, kwam voor mijn gevoel goed uit de opening, dacht voordeel te hebben, maar dat leek op een of andere manier uit mijn vingers te glippen. Mijn tegenstander dacht over elke zet opvallend lang na, en in plaats van dezelfde zorgvuldigheid te betrachten, begon ik bijna a tempo te reageren!? En ja hoor, prompt verloor ik een pion (ik zag de fout al toen ik de zet nog moest noteren).
Vanaf dat moment moest er vol gas op complicaties gespeeld worden. En gelukkig eindigden die schermutselingen in een eindspel met ongelijke lopers, waarin die extra pion van mijn tegenstander gelukkig geen rol meer speelde en mijn tegenstander berustte in remise.
Restte nog de partij van Frans Lipperts, die met zwart tegen Mark Poell een geliefde opening (Tartakower-variant van de Caro Kann) speelde, waarmee hij me onlangs nog te grazen wist te nemen. Hij kent van dat systeem een aantal mogelijkheden om initiatief te nemen en aan te vallen met zwart! Je zag hem zoeken en werken achter het bord, maar een hele tijd bleef de stelling in balans zo leek het. Inmiddels waren de andere partijen afgelopen en gezien de tussenstand (2-1 voor ons) moest Frans in ieder geval remise houden om de beker te winnen. Maar Frans deed het beter. Zie hierna het verslag van zijn partij. “Na de opening (Tartakower-variant van de Caro Kann) was ik niet ontevreden. Op zet 13 besloot ik de zwartveldige lopers te ruilen, de dameruil die wit daarna aanbood,leek me niets.(zie diagram 1) Later (diagram 2) probeerde ik tevergeefs een aanval op g2 op te zetten. Toen de witte dame mijn stelling dreigde binnen te dringen (diagram 3) had ik een moeilijke beslissing, dameruil was niet goed meer te voorkomen, maar de witte pion die dan op e5 zou verschijnen hoopte ik met mijn koning te kunnen ophalen. Ik was blij toen mijn tegenstander mij later de e-lijn gaf, ik kon hem wat onder druk zetten en dat resulteerde na een paar zetten in dameruil met voor mij een gedekte vrijpion op e3, terwijl de koning en het paard van wit gevangen zitten in de hoek (zie de slotstelling).”