De Mona Lisa van Theo Pluijmen

Deze Mona Lisa is zeker niet mijn beste partij maar het gaat om het verhaal met bijbehorende beleving! Het is een partij uit 1989 toen we met Hoensbroek ME 1 in de 3e klasse van de KNSB speelden. In de voorlaatste ronde moesten we tegen WLC uit Woensel aantreden. Een uitwedstrijd die we moesten winnen om kans op verblijf in deze klasse te behouden. Het zou voorlopig mijn laatste wedstrijd voor Hoensbroek ME zijn, want enkele weken later zou ik met mijn gezin voor een paar jaar naar Canada verhuizen. Mijn toenmalige werkgever was de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) die een uitwisselingsprogramma voor jonge ingenieurs had ontwikkeld en ik was een van de uitgekozen kandidaten om als procestechnoloog ervaring op te doen bij een zusterbedrijf in Vancouver.

Dan nu naar de partij. Ik speelde met zwart op het 6e bord en had destijds een rating van net geen 2000. Mijn tegenstander zal ongeveer dezelfde sterkte hebben gehad maar dat kan ik niet meer terug vinden. Heel bijzonder was dat je in die tijd een partij na de 40e zet mocht afbreken. De speler die het recht op afbreken claimde moest dan zijn volgende zet “onder couvert” afgeven. Die zet werd dan op een papiertje geschreven en in een bruine enveloppe gestopt die werd verzegeld. De tegenstander wist dus niet welke zet was afgegeven! Vervolgens werd een datum overeen gekomen wanneer de partij zou worden uitgespeeld. En in de tussentijd was er dan de mogelijkheid om de afgebroken stelling goed te analyseren. Overigens was het wel zo dat het afbreken van de partij vrijwel alleen maar voorkwam als daarmee het teambelang was gediend. En dat was bij deze partij ook zo! In die tijd waren er nog geen computers die je feilloos konden ondersteunen bij de analyses. Je moest het hebben van je teamgenoten en boeken met eindspel theorie. En zo is het ook bij deze partij gegaan waarbij de bijbel van Chéron voor toreneindspelen nadrukkelijk werd geraadpleegd.

Veel leesplezier met het komende verhaal dat eerder werd gepubliceerd in de 11e jubileum editie van schaakvereniging Hoensbroek ME in 1991.



“Nu kan ik vertrekken!”

Omdat cement in Canada blijkbaar niet hard wordt, is mij gevraagd een poosje in Vancouver te verblijven. Dit uitstapje gaat ongeveerr twee jaar duren, waardoor ik voorlopig mijn laatste wedstrijd vor het 1e team heb gespeeld. Middels dit artikel wil ik jullie graag laten zien van deze gebeurtenissen. Het begon allemaal op zaterdag 8 april jl. in Woensel bij Eindhoven….

Episode 1: Een turbulent begin!

Niemeyer,F. – Pluijmen,Th.

KNSB competitie 3e klasse Woensel, 08.04.1989

[Theo Pluijmen]

1.e4 c5 2.Pc3 Pc6 3.g3 g6 4.Lg2 Lg7 5.d3 e6 6.Le3 d6 7.Dd2 Pd4 8.Pd1 e5 9.c3 Pc6 10.f4 Pf6?! [Beter lijkt 10…Pge7 11.Pe2 Lg4 12.0–0 0–0 13.Pf2 Le6] 11.Pf3 Pg4 12.Lg1 f5 13.Pf2 Ld7 14.h3 Pxf2 15.Lxf2 Da5 16.fxe5 dxe5 17.exf5 Lxf5 18.g4 Ld7 19.0–0 [Beiden hebben tot nu toe dynamisch gespeeld. Ik heb echter de indruk dat wit iets beter staat. Zo vond ik lange rochade bezwaarlijk vanwege het lopertandem op f2 en g2. De korte rochade is echter ook niet van gevaar ontbloot.] 19…0–0 20.Pg5! [Wit dreigt 21. Ld5+ en ik besloot een pion te offeren.]


20…Pe7 [Na 20…h6 volgt 21.Ld5+ Kh8 22.Pf7+ Kh7 23.Le3 en zwart zit in de hoek waar de klappen vallen.] 21.Lxb7 Tab8 22.Lg2 Lh6 23.Le3 Txf1+ 24.Kxf1 Db5 25.b3 [Tijdens de partij dacht ik voldoende compensatie te hebben. Toch lukte het me niet om een betere voortzetting te vinden als in de partij. Zwart blijft een pion achter.] 25…Lc6 26.Lxc6 Dxc6 27.Pe4 Tf8+ 28.Kg1 Lxe3+ 29.Dxe3 Pd5 30.Dxc5 Dxc5+ 31.Pxc5 Pxc3 32.Pd7 Pe2+ 33.Kg2 Pf4+ 34.Kf3 Td8 35.Pxe5 Pxd3 36.Pc4 Tf8+ 37.Kg3 Kg7 38.Td1 Pc5 39.Pd6 Kh6 40.Td5 Pe6 41.Pe4 Tf7 42.g5+ Kg7 43.h4 Pf4 44.Td2 Ph5+ 45.Kh3 Tf3+ 46.Kg2 Tf4 47.Td7+ Kg8 48.Pf6+ Pxf6 49.gxf6 Txh4!

50.Txa7 [De laatste zet van wit is wat slordig. Met 50.Kg3 wordt de zwarte toren van veld f4 afgehouden. Zwart moet dan als volgt spelen: 50…Tb4! 51.f7+ Kf8 52.Txa7 Tb6 53.Kg4 Tf6 Na 54.a4 volgt dan 54…Tb6 en op een andere zet volgt slaan op f7.] 50…Tf4 51.Ta6 Kf7 52.Ta7+ Kg8 53.Tb7 Txf6 54.a4 Ta6 [Practisch gedwongen. De witte pionnen kunnen anders niet op tijd gestopt worden.] 55.Kg3 h5 56.Kh4 Kf8 57.Kg5 Ke8 58.Tb5 Kd7 59.a5 Kc6 60.Te5 Kd6 61.Kf4 h4? [Schaakblindheid! Er moet echter gezegd worden dat ook na bijv. 61…Kc7 62.Ke4 de remiseweg voor zwart erg moeizaam te vinden is. Dit komt door de betere positie van de witte koning en toren.] 62.Tg5 Ke7 63.Kg4 Kf6 64.Tb5 Ke7 [Er dreigde 65. Tb6+] 65.Kxh4 Kd7 66.b4 Te6 67.Kg5 Kc7 68.Tc5+ Kb7 69.b5 Td6 70.Te5 Kc7 71.Kh6

De partij werd in deze stand afgebroken. Niemand gaf nog een cent voor de zwarte stelling; ook ik zelf had er een zwaar hoofd in. De pion op g6 gaat er namelijk af en tegen de verbonden witte vrijpionnen lijkt geen kruid gewassen. De stand was inmiddels 4–3 voor ons team geworden en i.v.m. de plaats op de ranglijst zou een tweede matchpunt welkom zijn. Onder het mom van “Hoop doet leven” togen wij dan ook huiswaarts.]

Episode 2: Huiswerk maken!

Ik had 71…Kb8 onder couvert afgegeven. In de analyse werd al vrij snel het mogelijke vervolg 72.Tg5 Td1 73.Txg6 Ta1 thuis op het bord getoverd. Zou wit zijn a-pion opspelen naar a6 dan lag remise binnen de mogelijkheden. Zwart kan dan nl. stellingen als in de analysediagrammen 4a en 4b bereiken. In het standaardwerk van Chéron wordt vanuit deze stellingen de juiste remiseweg gegeven.


Als wit echter de b-pion opspeelt naar b6 wordt de situatie voor zwart veel problematischer. Wit kan dan de stelling als in diagram 4c bereiken. Het winstprincipe berust in de schaakgeven op de zevende rij, terwijl de witte koning niet verder dan twee lijnen van zijn pionnen afstaat.


1.Te7+ Kb8 2.Ta7 Te1+ 3.Kd7 Tc1 4.a6 Td1+ 5.Ke8 Te1+ 6.Te7 Tb1 7.Tb7+ Ka8 8.Kd8 Td1+ 9.Td7 Tb1 10.b7+ Kb8 11.a7+ Kxa7 12.Kc8 en wit wint. Tegen deze winstmanouvre had ik tot op de avond vóór de uitspeeldatum niets wezenlijks gevonden. Vele uren analyseren, waarbij ik de medewerking had van Piet Göbbles, Tom Bus en Roger Hünen hadden er alleen maar toe geleid dat ik alle remise-stellingen van Chéron zowat kon dromen, maar die waren allemaal gebaseerd op het opspelen van de a-pion. Tot diep in de nacht, vóór de uitspeeldag op zaterdag 15 april, hield ik me bezig met stellingen waarbij de b-pion werd opgespeeld! Toen ik zaterdagmorgen, onder begeleiding van Roger Hünen en Max Mannheims voor de tweede keer naar Woensel vertrok gaf ik me geen 50% kans op remise. Als mijn tegenstander de stelling goed had geanalyseerd, zou ik binnen een half uur kunnen afdruipen. Toch stroomde er nog bloed door mij aderen, de keel was nog niet helemaal dichtgeknepen!

Episode 3: Loon naar werken!

Vervolg van de partij na 71…Kb8 72.b6!! [De eerste verrassing. Het direkt opspelen van de b-pion had ik niet eens bekeken. Hoe kom ik nu in de geanalyseerde varianten terecht?] 72…Tc6 [Zwart kan niet 72…Td1 spelen, vanwege 73.a6 en het is meteen uit door de permanente dreiging van mat op de onderste rij.] 73.Te7 Td6 74.Tg7 g5+ 75.Kh5 g4 76.Txg4 Kb7 77.Tg7+ Kb8 [Op 77…Ka6 volgt 78.Ta7+] 78.Tg6 Td5+ 79.Tg5 Td6

80.Tb5? [Wit heeft hier een mooie winstweg die ik pas later ontdekt heb. Doordat de zwarte toren aan de 6e rij gebonden is (i.v.m. de dreiging a6)  kan volgen 80.Kg4! En nu: 80…Tc6 (80…Th6 81.Kf4 Th4+ 82.Tg4 Th6 83.Ke5! Th5+ 84.Kd6 Txa5 85.Kc6 met ondekbaar mat.) 81.Kf4 Th6 82.Ke4 Th4+ 83.Kd5 Ta4 84.Kc6 en wit wint;] 80…Td1 81.Kg5 Tf1 82.Tf5 Tg1+ 83.Kf4 Ta1 84.Ke4 Kb7 85.Kd4 Ka6 [Dit had ik weer thuis weer op het bord gehad. Via een omweg was ik weer op bekend terrein gekomen. Als wit bijv. 85. Tf7+ had gespeeld dan zijn er na 85…Kb8 86. Ta7 weer remisekansen. De witte koning staat nl. nog niet op de 8e rij zoals in analysediagram 4c wel het geval is.] 86.Tc5 Td1+ 87.Ke5 Ta1 88.Kd6 Td1+ 89.Kc7 Th1 90.Kb8 Th8+ 91.Tc8 Th7

Bewust had ik op deze stelling aangestuurd! Ook ik had thuis de nu volgende variant niet gezien en dacht dat wit in deze stelling niet meer kon winnen.] 92.Tc6? [Er had echter kunnen volgen 92.Ka8!! Tg7 93.b7 Txb7 94.Tc6+ Echter ook mijn tegenstander zag deze manouvre niet.] 92…Th8+ 93.Kc7 Th7+ 94.Kd6 Th6+ 95.Kd7 Th7+ 96.Ke8 Th8+ 97.Kf7? [Nog steeds had wit op zijn schreden kunnen terugkeren en als een stoute jongen in het hoekje a8 moeten gaan staan. Furieus stormt hij echter op die vervelende toren af!] 97…Th5 98.Tc7 Txa5 [98…Kxa5 99.b7 Tb5 100.Tc5! verliest alsnog] 99.b7 Tb5 REMISE!!

Voldaan keerden wij huiswaarts. Het doel was bereikt.

Epiloog

Mijn laatste partij. Bijna 100 zetten lang, 9 uur speeltijd achter het bord, 15 uren lang analyseren, 500 km in de auto……Het is het allemaal waard geweest. Nu kan ik naar Canada gaan. Wat kan me daar nog gebeuren.

Tot slot

Tot zover het artikel. Ik ben nu 65 jaar en heb inmiddels ruim meer dan 1000 schaakpartijen gespeeld met het klassieke tempo. Daar zijn best leuke potjes bij maar het meeste plezier heb ik toch beleefd met deze partij toen ik 31 jaar was!